Met de namen Madeline Peyroux, Avishai Cohen en Bollani en Solal op het hoofdpodium in Gent, beloofde het op donderdag 18 juli een jazzy night te gaan worden in Gent. Geen pop deze avond, maar jazz met een prima sausje. De middag werd er gestart met een optreden van Oogie (Conservatorium/School of arts) onder leiding van coach Becca Stevens. Hier kon ik helaas wegens tijd en afstand niet bij zijn.
Om 18.30 uur was het de beurt aan Martial Solal en Stefano Bollani. Met een enorme duo vleugel en 2 pianisten tegenover elkaar op het podium en een op dat moment nog matig gevulde tent was het de vraag of de 2 pianisten het publiek op sleeptouw gingen nemen. Het bleek een prima concert want de twee totaal verschillende karakters Solal (ingetogen) en Bollani (expressief en ook zeer impulsief) bleken elkaar perfect aan te vullen en nog beter: uit te dagen! Als onderliggende factor was telkens gekozen voor jazzstandards als bijvoorbeeld “My funny valentine” en “God bless the child” en vandaar uit werd er van harte geïmproviseerd en gingen ze elkaar uitdagen. Was het Solani die vaak met een iets harde aanslag wat meer sturend was met zijn spel, stond daar tegenover Bollani die weer heel virtuoos was. Kenmerkend was de lol die beide heren hadden tijdens het optreden en het genieten van elkaars spel. De heren vulden elkaar perfect aan en varieerden volop met stiltes, maar ook versnellingen. Stukken werden volkomen uit elkaar getrokken met lange solo’s, maar bleven voor de fijnproever absoluut boeiend.
Na het toetsenvuurwerk was het tijd voor iets heel anders. Het Avishai Cohen Quartet was aan de beurt. En als composer en bassist Cohen op het podium staat gebeurt er iets. Zoals altijd was hij gedreven en zeer expressief. Een collega journalist vertelde me na afloop: “Cohen is geen bassist, maar hij bedrijft de liefde met zijn bas”. En daarmee is niks teveel gezegd. Cohen draait om de bas heen. Pakt hem vast, plukt aan de snaren en altijd weer is er die controle. Als er iemand de bas beheerst is hij het wel. En ook nog leuk om naar te kijken, want er gebeurt iets in tegenstelling tot de vele statische bassisten die er ook zijn. Nooit wordt het echter een kunstje, maar telkens past het bij de virtuoze speelstijl. Het samenspel met de pianist, zeker bij de uptempo stukken, was erg mooi. Ook de piepjonge drummer Ofri Nehemya was perfect; alsof ie al jaren in dit kwartet speelt. Cohen was weer erg veelzijdig, want er kwamen weer diverse stijlen voorbij. Mooi vond ik het stuk waarbij Cohen op een basgitaar speelt in een soort van psychedelisch stuk met de pianist nu achter de toetsen. Dit alles leverde Cohen en co een staande ovatie op. In het extra afsluitende stuk Cohen alleen met de bas op het podium en een Joods nummer zingend. Wat mij betreft één van de allerbeste optredens van dit festival.
Om 22.30 uur zat de grote tent weer goed vol in afwachting van Madeleine Peiroux. Haar nieuwe cd “The Blue Room” zou gespeeld gaan worden en de verwachtingen waren hooggespannen. Inspiratie voor dit album waren stukken van onder andere Ray Charles, waar Peiroux een groot liefhebber van is. Het werd een wat teleurstellend optreden. Haar rauwe stem ( voor mij de Melissa Etheridge van de jazz) kon me aanvankelijk goed boeien, maar het bleef allemaal erg lang erg vlak. Covers als “I can’t stop loving you”, ‘Bird on a wire” en “Dance me to the end of love” van Leonard Cohen kwamen voorbij en waren redelijk acceptabel, niet in de minste plaats door de prima strijkers en het Hammond orgeltje op het podium. Soms raakte ze me met haar rauwe stem en de verdieping in haar stem (bijvoorbeeld bij “Dance me to the end of love”, maar vaak was het vlak. Ook was haar podiumpresentatie wat grijs. Weinig innemend. Als ze tussendoor een praatje hield dan was dit nooit met echt contact en werd het afgekapt met “No more talking for me or you, I’ll just sing”. Het voelde allemaal wat ongemakkelijk. Misschien was het ook allemaal wat onrustig, want na elk nummer liep er meer publiek de tent uit, maar op de een of andere manier ging het optreden nooit echt los. Ook het verwijzen naar haar vermoeidheid (waar eigenlijk geen reden voor was”) maakte het allemaal niet beter. Haar muziek vraagt om een innemende stijlvolle dame die er iets van maakt op het podium zoals eerder ooit Norah Jones deed in Gent. Ach ja soms zitten dit soort optredens ertussen, alleen jammer dat dit de headliner van deze dag was.
Positieve afsluiter van deze festivaldag was het perfecte optreden met een heerlijk biertje in de hand bij de Garden Stage, waar Wofo met een mix van Euro en Balkan Jazz de zaak echt aan het swingen bracht! leuke vrolijke muziek en een perfecte afsluiter.
Geef een reactie